Skip to main content

We belichten de ontwikkelingen rondom houtbouw

door experts ‘in de houtgreep’ te nemen.

Zo klein als het is, wist het flink wat onrust te zaaien bij houtbouwend Nederland. De Amerikaanse grondtermiet zou zich nu ook in ons land gevestigd hebben. En kolonies tegelijk zouden wel eens de poten onder de houtbouwrevolutie vandaan kunnen knagen. “Geen paniek”, troost Jos Creemers van ‘houtoriteit’ SHR de sector.

Jos, de Amerikaanse grondtermiet, wat is het voor een beestje?

“Het zijn ‘sociale insecten’, vergelijkbaar met mieren en wespen. In overzeese gebiedsdelen staan ze wel als ‘witte mieren’ bekend, ook al zijn ze meer verwant met kakkerlakken dan met mieren. Een kolonie kan uit miljoenen exemplaren bestaan en kent meerdere types, die ieder een eigen taak hebben. Zo wordt het hout met stukjes en beetjes afgebroken door zogenaamde ‘werkers’, terwijl er andere dieren zijn die met grote koppen en kaken zijn uitgerust om de boel te bewaken en te verdedigen, de ‘soldaten’. Hun koningin, diep in het nest, zorgt voor continue aanwas van de populatie door eitjes te blijven leggen. De ‘larven’ die daar uit komen, worden ook door werkers verzorgd.

Deze betreffende grondtermiet (Reticulitermes flavipes) is een goede bekende in Noord-Amerika en komt ook in delen van Europa voor. Dit type (grond-)termieten is gevoelig voor uitdroging en maakt daarom nesten in de grond, zodat het niet zo snel uitdroogt. Van daaruit gaan ze op zoek naar hout dat ze kunnen gebruiken, of ja, eigenlijk cellulose. Papier is ook goed en diverse andere materialen die voor een groot deel uit cellulose bestaan. Verder vinden ze het prettig als hout vochtig is en liefst in enige mate is aangetast door houtrotschimmels.

De naam van deze termietensoort verklapt al dat ze oorspronkelijk niet horen voor te komen in ons land.”

Maar ze zijn er. En paniek is wellicht een te zware schets, maar bevloog het jou wel een beetje toen je dit nieuws hoorde?

“Nee hoor, ik ben niet zo snel van de kaart. Wel altijd op mijn hoede, want laat ik vooropstellen dat termieten echt wel een geduchte vijand kunnen zijn. Dat was me al snel duidelijk toen ik in mijn eerste baan nieuw ontwikkelde houtbeschermingsproducten aan de hele wereld probeerde te slijten, en mij verder in de materie had verdiept. Zodra je ook maar enigszins in de wat warmere gebieden terechtkwam, was werkzaamheid van ons ‘houtwormmiddel’ tegen termieten een must. Dat werkte dan ook wel, maar voor Nederland was dat absoluut geen discussiepunt, want ’termieten’ was eind jaren 80 iets voor Frankrijk en lager. Er hield zich wel een kolonie staande in de haven van Hamburg, maar die zat zo’n beetje bij de stadsverwarming, dat was dus verklaarbaar.

In die tijd, en eigenlijk tot nu toe, was er dan ook nooit echt aanleiding om naar de effectiviteit tegen termieten te vragen van de in Nederland toegelaten middelen tegen houtaantastende insecten. Later kwam er ook een kolonie in Engeland bij die zich kon handhaven. Als we nou van die laatste onthouden dat de Engelsen er meer dan 25 jaar (!) over gedaan hebben om die weer kwijt te raken, dan is duidelijk dat je het gerapporteerde geval in het buitengebied van Zuid-Holland wel zeker serieus moet nemen.”

De soep in het NOS artikel moet dus niet zo heet gegeten worden?

“Het nieuwsbericht van de NOS over dit geval is gebaseerd op een artikel in het blad ‘Entomologische Berichten’. Dat is het verenigingstijdschrift van de Nederlandse Entomologische Vereniging. De auteurs gaan in hun artikel grondig en systematisch in op wat ze gedaan hebben en hoe een en ander duidelijk werd. Als (praktisch) wetenschapper heb ik daar respect voor, en dat is ook echt wat ze met hun bevindingen moesten doen.

Zelf heb ik al in 2022 telefonisch contact gehad met een van de ter plaatse betrokkenen, maar uiteindelijk is het onderzoek door het Kennis- en Adviescentrum Dierplagen (KAD) uitgevoerd. Dat is ook prima, gezien hun van oudsher goede relaties met o.a. Naturalis in Leiden en overheidsinstanties als de NVWA. Het was trouwens het Bureau Risicobeoordeling & Onderzoek (BuRO) van diezelfde NVWA dat in maart van dit jaar een ‘signaaladvies’, een soort van waarschuwing, heeft gegeven aan ons Ministerie van LNV over toenemende risico’s van uitheemse termieten in Nederland.

Dit advies, het artikel, maar vooral het nieuwsbericht hebben in Nederland echter geleid tot een soort van paniek. Zoals een van mijn klanten me gisteren nog liet weten: “Die termieten. Wat een ellende. Hoop dat het ons bespaard blijft.” Alsof deze kolonie zich nu als een vloedgolf over Nederland zou verspreiden.”

(tekst gaat verder onder de afbeelding)

● Op 13 september pushte de NOS een ogenschijnlijk verontrustend nieuwsbericht.

"Dit betekent niet dat Nederland meteen door deze termiet overlopen wordt."

Nu ben jij in ons land een van de weinige autoriteiten op dit gebied. Hoe zou jij de sector kunnen geruststellen?

“Ten eerste is het zo dat het artikel – en met name het signaaladvies van BuRO – willen wijzen op de mogelijke risico’s van import van termieten en eventuele vestiging in Nederland. Dat risico is er altijd al geweest, in ieder geval qua import, maar op dit moment worden de omstandigheden voor daadwerkelijke vestiging van deze specifieke termiet gunstiger. Natuurlijk is het goed om daar dan meer alert op te zijn, maar dat betekent nog niet dat Nederland nu meteen door deze termiet overlopen wordt.

We hebben in Nederland ook diverse gevallen van (Oost-)Aziatische boktor gehad, maar met de nodige inspanning hebben we die kunnen inperken. Als er ergens een tijgermug wordt waargenomen, zijn we er als de kippen bij om de bron op te sporen en het probleem op te lossen. Het vergt energie, tijd en geld, maar het is een afweging van huidige en mogelijk toekomstige schade en kosten. Bij de rode Amerikaanse rivierkreeft hadden we het misschien wat laat in de gaten, maar dat geeft te meer het belang aan van een tijdige waarschuwing.”

En de tweede geruststelling?

“Ten tweede is het natuurlijk zo dat wij in Nederland niet nog eens het wiel hoeven uit te vinden. Termieten komen in grote delen van de wereld voor en de betreffende grondtermiet zorgt al heel lang voor schade in Noord-Amerika. Er is dus al enorm veel ervaring met mogelijke maatregelen en daar kunnen we ons voordeel mee doen. Het begint al met het ontwerp van een houten gebouw, waarbij je voor detailleringen kunt kiezen die het termieten onmogelijk maken om het hout in het gebouw te bereiken. Als het goed is ben je al bekend met dergelijke bouwkundige houtbescherming, want iedereen die zich met houtbouw bezig houdt weet dat hout het beste droog kan blijven.

Of denk aan de inrichting van het terrein rond het gebouw. Zo kun je al voordat er überhaupt sprake is van een gebouw preventieve maatregelen nemen om de risico’s te beperken. Je kunt ook monitoren buiten je gebouw en maatregelen treffen nog voordat ze binnen zijn. En kies voor houtsoorten die niet gevoelig zijn voor termieten, of behandel hout door middel van verduurzaming of modificeren.

En als er dan al aantasting van termieten in een gebouw is, dan zijn er veel mogelijke detectie- en behandelingsopties beschikbaar. Tenminste, in de landen waar ze daar ervaring mee hebben. Dat zullen we moeten bestuderen en dan kijken wat daarvan in ons land, in onze omstandigheden, verantwoord toepasbaar is. Goed dus, dat BuRO daar nu aandacht voor heeft gevraagd.”

Moddertunneltjes

Hoewel ze gevoelig zijn voor uitdroging en niet van licht houden kunnen ze in de buitenlucht wel afstanden overbruggen. Dat doen ze door tunneltjes van modder te bouwen over bijvoorbeeld een betonnen deel van een fundering of houten oppervlakten, zoals hier te zien op Curaçao:

Een storm in een glas water?

“Nee, dat ook weer niet. Dat vind ik te gemakkelijk. Ik beschik zelf sinds 1998 over het vakbekwaamheidsdiploma ‘Dierplaagbeheersing’, een diploma dat mensen moeten hebben die professioneel en in opdracht bestrijdingsmiddelen tegen ongedierte gebruiken. En al sinds 10 jaar daarvóór ben ik bezig met houtaantastende schimmels en insecten. Ik heb in al die jaren veel houtschade gezien en bestrijdingen van bijvoorbeeld houtworm en huisboktor worden echt dagelijks op vele plekken in dit land uitgevoerd. Als je je dat realiseert en dan bedenkt dat termieten voor ons een vreemde eend in de bijt zijn, dan kun je dat niet zo afdoen.”

Ik kan mij wel voorstellen dat het invloed kan hebben op bijvoorbeeld bouwvoorschriften?

“Precies. En des te belangrijker dat we het nu niet bagatelliseren en stil blijven zitten. Het is nu weliswaar nog alleen lokaal een acuut probleem. Maar wat dacht je hoeveel tijd het kost om nationale bouwvoorschriften aan te passen of BRL’s (Beoordelingsrichtlijnen) voor bijv. KOMO®-gecertificeerde houten producten. Of om de wettelijke toelating van mogelijke bestrijdingsmiddelen te verkrijgen of te veranderen? En dan moet je eerst nog discussiëren over waar je het heen wilt hebben, op basis van kennis die je nog niet hebt.

Maar geen paniek, laten we vooral de tijd gaan gebruiken die we hebben om ons voor te bereiden.”

(tekst gaat verder onder de afbeeldingen)

● Onderstaande afbeelding: Door een grondtermiet veroorzaakte schade aan een MDF-plint.
● Onderstaande afbeelding: Uitgeklopt materiaal met enkele termieten er nog in.

Kordaat en accuraat

“Ik begrijp heel goed dat het niet de opzet van de betreffende onderzoekers zal zijn geweest om onrust te zaaien, maar door de berichtgeving hebben zich bij mij al meerdere bezorgde mensen gemeld. Die vroegen zich af hoe het nu verder moet met ‘meer bouwen in hout’. “Heeft dat nog wel zin?” Jazeker heeft dat zin, dat moeten we gewoon (meer) doen. “Maar is dat dan niet de kat op het spek binden?”. Nee, natuurlijk niet! In het buitenland is men al langer bekend met de bestrijding van deze termiet. Dus er is nog geen reden voor paniek, We moeten alleen wel kordaat en accuraat gaan handelen op deze ontwikkeling.”

Jos Creemers, Projectleider bouw- en houtinspecties (schimmel- insectenaantasting (oorzaak, detectie, bestrijding), houttechnologie, duurzaamheidsbepalingen).

Meer informatie?

Stuur een mail

© Alle foto’s: SHR