In dit rubriekje lees je kort & krachtig een mooi feitje over hout.
Als je de houten waarheden op dit platform moet geloven, dan kleven er wel heel veel voordelen aan bouwen met biobased grondstoffen, zoals hout. En dan heeft de meest impactvolle pré nog niet eens een podium gekregen: CO2-winst. Ondanks dat dit niet het belangrijkste argument is van consumenten (en politiek) om voor houtbouw te kiezen, is het wel de beste troef voor de bouwsector om zoveel mogelijk bij te dragen aan de klimaatdoelen van Parijs.
CO2, wat is het eigenlijk?
CO2 staat voor koolstofdioxide. Dat is een gas dat van nature in de atmosfeer voorkomt en warmte opneemt. Het is een zogenaamd broeikasgas, dat in natuurlijke hoeveelheden niet schadelijk is. Helaas is door ons menselijk handelen de hoeveelheid CO2 in de atmosfeer op een niveau gekomen dat het wel degelijk een gevaar vormt voor mens én natuur, doordat de aarde snel opwarmt. We merken en zien allemaal de verontrustende gevolgen hiervan. Vooral bij de verbranding van fossiele brandstoffen (kolen, olie, gas) komen grote hoeveelheden vrij. Activiteiten waar de conventionele bouwsector een groot aandeel in heeft.
Bomen halen CO2 uit de lucht
De meeste mensen weten inmiddels dat bomen heel veel CO2 opslaan via fotosynthese. Die CO2 komt er pas weer uit zodra het hout wordt verbrand. Tijdens het oogsten, verzagen of andersoortige verwerking, blijft die CO2 gewoon in het materiaal aanwezig. Hoe meer we dus met hout – en andere biobased grondstoffen – gaan bouwen, des te meer we CO2 we in die producten opslaan.
CO2-negatief bouwen
Dat kan zelfs op een CO2-negatieve manier, waarbij je tijdens de bouw meer CO2 opslaat dan je uitstoot. Bijvoorbeeld door te bouwen met enkel elektrische machines (wat prima kan, omdat hout een relatief licht materiaal is), en door remontabel te bouwen, waardoor het bouwmateriaal na een levensduur makkelijk nóg een levensduur gebruikt kan worden in een ander project. Hiermee vermijd je dus 2x de uitstoot van CO2, die zou vrijkomen bij de productie van conventionele fossiel-intensieve bouwmaterialen.
Andere biobased materialen
Naast hout zijn er ook talloze andere biobased materialen die in de bouw (kunnen) worden gebruikt. Een aantal is nog in ontwikkeling, maar er is ook al veel inzetbaar. Denk aan stro voor in CLT wandpanelen, aan plaatmaterialen van zeewier of mycelium, of aan isolatiematerialen gemaakt van hennep, zonnekroon, lisdodde en zelfs paprikastengels. Allemaal CO2 slurpers, die ook nog eens gezonder voor de bewoner zijn, dan de nu nog gangbare varianten (pur, pvc, en staal-, glas- en steenwol). Dit pleit voor de bouwbenadering ‘biobased waar het kan, fossiele materialen waar het moet.’
De kracht van biobased
CO2 uitstoot is het belangrijkste argument voor een overstap naar biobased bouwen. Maar er zijn meer argumenten die pleiten voor het inzetten op een toekomst met biobased bouwen:
We sparen de aarde, doordat we minder of geen fossiele grondstoffen meer hoeven te delven, en biobased materialen hoogwaardig kunnen hergebruiken.
Voor de stikstofproblematiek kan het zelfs een deel van de oplossing worden. Sowieso levert biobased bouwen al veel minder stikstofuitstoot op door minder en lichter bouwtransport. Daarnaast kan het veeteeltbedrijven perspectief geven op een nieuw businessmodel met bouwgewassen. Een heel interessant scenario, al is er nog wel wat voor nodig, zoals overheidsmedewerking op het versoepelen van regelgeving en certificeringen, en een cultuuromslag bij boeren.
Voor de wooncrisis (en opvangcrisis) kan biobased bouwen indirect ook iets betekenen. Enerzijds omdat het bouwproces (en dus de oplevering van projecten) sneller gaat. Anderzijds omdat je makkelijker modulair en remontabel kunt bouwen, waardoor je makkelijker tijdelijke en semi-permanente woningen kunt (ver)plaatsen. Maar ook hierbij geldt nog dat de overheid de sleutel in handen heeft om de wet-en regelgeving zo in te regelen dat biobased bouwen in Nederland makkelijker en sneller kan, en zo mainstream kan worden.
Doorgaans levert biobased bouwen minder bouwafval, bouwfouten en bouwoverlast op.
Het blijkt ook een gezonder binnenklimaat en biofilie voordelen op te kunnen leveren.
Biobased bouwen heeft dus de toekomst. En met het huidige aandeel van houttoepassing in de bouw van slechts twee procent, valt er nog heel wat te winnen.
We moeten dus meer gebruik gaan maken van hernieuwbare grondstoffen in de bouw, waarbij hout de belangrijkste is. Daarbij geldt het criterium dat het uit duurzaam beheerde bossen komt.
Maar hoe kom je tot een eenduidige, controleerbare en te kwantificeren begripsbepaling van hernieuwbaarheid? Een van de aspecten is dat duurzame winning van de grondstof moet kunnen worden aangetoond, om als hernieuwbaar te kunnen worden beschouwd.
De toetsingsgrondslag en controleerbaarheid van ‘hernieuwbaar’ worden geborgd via officiële certificaten, verklaringen van herkomst, beheerplannen, vergunning voor verwijdering en rapportage en monitoring conform de criteria van certificaten (zie ook onderstaand schema). Voor het bepalen van ‘het gehalte hernieuwbare content’ wordt gewerkt met EN 16640, EN 16785-1, BRL 7010.

Meer informatie? Klik op onderstaande bronvermelding(en) of stuur ons een mailtje.
© Foto’s: Unsplash; Strotec; Bos en Klimaat