In deze rubriek duiken we wat dieper in hout(bouw)
door een expert of materiaal ‘in de houtgreep’ te nemen.
Als je niet beter weet, dan kan je zomaar beweren dat bouwen met engineered wood en andere biobased materialen een innovatie van jongstleden jaar is. Het lijkt immers pas sinds kort in een groeiende aandacht te staan. Toch is – bijvoorbeeld – CLT al een ontdekking uit de jaren ’90, toen het in Oostenrijk en Duitsland werd geïntroduceerd. En ook in Nederland wordt biobased bouwen al langer toegepast dan je zou denken, weet ook prijswinnend architect Lidewij Lenders uit eigen ervaring. Om vanuit ontwerpers oogpunt de do’s en don’ts te horen over houtbouw, vroegen we deze early bird de veren van het lijf.
Hoi Lidewij, allereerst benieuwd: wie is Lidewij Lenders?
“Dat ben ik, en ik ben ooit opgeleid als architect aan de TU Delft. Daarna werkte ik bij verschillende architectenbureau’s en bij de gemeente Amsterdam. In 2007 heb ik ons eigen huis gebouwd met biobased materialen. Dit inspireerde mij zo enorm, dat ik een architectenbureau ben begonnen vanuit de overtuiging dat het mogelijk is om te ontwerpen en te bouwen zonder afval en schadelijke uitstoot van broeikasgassen. Nu, inmiddels 15 jaar verder, zijn verschillende projecten bekroond met een houtarchitectuurprijs, in zowel binnen- als buitenland. Naast de architectenpraktijk werk ik aan onderwijsvernieuwing (biobased bouwen wordt zo vanzelfsprekend voor de ontwerpers en bouwers van de toekomst!) en doe ik onderzoek bij de Hogeschool van Amsterdam naar de ontwikkeling van nieuwe biobased bouwmaterialen en bouwproducten. ”
Indrukwekkende introductie. Ontwerpen jullie bij bureau MAATworks – dat je samen met Marije ter Steege runt – dus uitsluitend met biobased materialen?
“Ja. Voor zover dat kan, zeker. En je komt echt een heel eind zonder gebruik van fossiel-intensieve materialen, en zonder onnodige schadelijke emmissies. Vaak is alleen de fundering nog van beton en staal, maar ook daarvoor komen steeds meer alternatieven die beter zijn voor het milieu. “Biobased waar het kan, de rest waar het moet”, is het credo van de nieuwe bouwbeweging in Nederland.”
En dat inzicht kwam bij jou binnen toen je zelf besloot in houtbouw te gaan wonen?
“Precies. Toen ik in 2004 de kans kreeg een woning te ontwerpen voor mijn gezin, ging ik eigenlijk pas echt nadenken wat ik belangrijk vond. Ik wilde een sfeervol, gezond huis bouwen. Bovendien wilde ik de aarde niet belasten met afval en winning van grondstoffen, zodat we deze wereld voor onze kinderen leefbaar houden. Hout en biobased materialen bleken de oplossing. En tot mijn verbazing bleek het uiteindelijk ook helemaal niet duurder dan de traditionele materialen, waarmee ik gewend was te werken. Als je een betaalbaar ontwerp wilt maken, moet je vanuit de eigenschappen van het materiaal denken.”
Klimaatwinst voor hetzelfde geld, dus. Is dat volgens jou het belangrijkste argument voor een architect om met hout te werken?
“Zeker in deze tijden staat die klimaatwinst bovenaan. Ga maar na: vergeleken met een traditioneel gebouwde woning, heeft een houten woning 65% van het materiaalvolume, 25% van het gewicht en -50% van de CO2 uitstoot. Dat zijn geen cijfers waar je even aan voorbij loopt. Een houten woning slaat dus CO2 op, in plaats van dat het CO2 uitstoot. Op deze manier kunnen we met de bouw een belangrijke bijdrage leveren aan een oplossing voor het klimaatprobleem.
Maar juist voor architecten is er nóg een interessant aspect aan houtbouw: het gebruik van hout, en met name de industriële bouwproducten als gelamineerd hout en kruislaaghout, geeft een architect ongekende ontwerpmogelijkheden. Het is maatvast en dat geeft de mogelijkheid om het ontwerp tot op meubelmakers niveau uit te tekenen en digitaal te laten produceren in de fabriek.”
(tekst gaat verder onder de afbeelding van MAATworks)
"In de verschillende fases van het ontwerpproces loop je ertegenaan dat onze bouwcultuur, regelgeving en kennisbronnen nog gebaseerd zijn op bouwen met steenachtige materialen.”
Als het voor architecten zo interessant is, waarom zien we dan nog geen massale overstap?
“Ik denk voornamelijk omdat het nog niet is ingebakken in de manier, het systeem, waarop we bouwen in Nederland. In de verschillende fases van het ontwerpproces loop je ertegenaan dat onze bouwcultuur, regelgeving en kennisbronnen gebaseerd zijn op bouwen met steenachtige materialen. Een aantal voorbeelden:
Door een gemeente gestelde eisen, zoals bouwenvelop en stedenbouwkundige randvoorwaarden, zijn vaak nog gebaseerd op beton- en kalkzandsteenbouw. Bij een project op Amsterdam IJburg heeft dit ervoor gezorgd dat we onnodig een zwaardere constructie moesten toepassen, wat het project ook duurder maakte.
Ook bij onderaannemers komen we obstakels tegen. Zo rekent een elektricien normaal gesproken een prijs per stopcontact, waar het frees- en voorbereidende werk bij inbegrepen zit. In een CLT casco worden de sparingen voor de elektrapunten al in de fabriek ingefreesd. Als je hier niet alert op bent, betaal je dus te veel!
En bij het ontwerp van appartementengebouwen zien we een uitdaging in de detaillering van het knooppunt woningscheidende vloer-wand. Om deze volgens de Nederlandse eisen akoestisch en brandveilig uit te voeren is er specialistische kennis nodig, die bij traditionele bouw gewoon voorhanden is.”
Wanneer gaat bouwen met hout fout? Ben je bijvoorbeeld zelf ook door schade en schande wijs geworden?
“Bij gebrek aan kennis van de eigenschappen van hout en houtsystemen bij de betrokken partijen, zoals de aannemer. Digitaal geproduceerde houtproducten hebben een grote precisie. Dit is een enorme kans om ‘foutloos’ te bouwen en op faalkosten te besparen, maar toch zie ik dit niet altijd goed gaan. Dit kan liggen aan een gebrekkige voorbereiding van het computermodel, maar ook aan gebrek aan kennis van de uitvoerenden op de bouw. Het resultaat is soms een casco met kieren van enkele millimeters tot centimeters, en fouten die op de bouwplaats opgelost moeten worden. Jammer, want dat is helemaal niet nodig.
Voor mijn bureau is dit reden om het digitale model van het gebouw in eigen hand te houden en rechtstreeks te communiceren met de fabriek (ook wel: file to factory). Door deze korte lijnen zijn eventuele problemen al opgelost voordat de elementen geproduceerd worden. Resultaat: geen onverwachte fouten, kosten, vertraging en frustratie op de bouwplaats.”
Maar wat vinden de bewoners?
De meeste bewoners van de houten woningen van MAATworks komen uit een traditioneel gebouwde woning. Ze weten niet beter dan dat een huis van steen is.
“Diezelfde mensen zeggen nu dat ze nooit meer in iets anders willen wonen dan hout. “Het binnenklimaat is fijn, en de akoestiek is prettig”, zijn veel gehoorde reacties. Saillant genoeg zijn dit vaak niet eens de initiële redenen waarom mensen voor hout kozen, meestal is de sfeer van hout de drijfveer.
Vanzelfsprekend is bij potentiële bewoners ook niet alle kennis aanwezig, maar daar kunnen wij hen bij helpen. Zo adviseren we bijvoorbeeld over de afwerking van houten wanden, die kan je het beste afwerken met een damp-open lak om de vochtregulerende eigenschappen van het hout te behouden.”

Nu is het zo dat er in jullie ontwerpen meestal ook wordt gekozen voor hout als gevelbekleding. Is dat wel de meest duurzame keuze, qua onderhoud en dergelijke?
“Er wordt vaak gezegd dat hout veel onderhoud vergt, maar er zijn tegenwoordig veel producten die weinig onderhoud nodig hebben. Thermisch gemodificeerd hout bijvoorbeeld, benadert door de thermische behandeling de duurzaamheid van hardhout. Verder is bij een houten gevel wel gedegen kennis over de toepassing noodzakelijk. Hout moet kunnen werken en ‘ademen’, daar moet al in de detaillering rekening mee gehouden worden.”
Heb je zelf ook een favoriete houtsoort?
“De houtsoort waarmee wij het meest werken is gewoon vurenhout. Maar zo ‘gewoon’ is dat hout dus niet, want ondanks dat het een zachte houtsoort is, kan je er constructief mee ontwerpen en bouwen als je het verwerkt tot bijvoorbeeld Cross Laminated Timber (CLT). Het is de combinatie van de eigenschappen van het hout en de productietechniek die het werken ermee super fijn maakt.”
Denk je dat houtbouw ooit mainstream wordt? En wat moet daarvoor gebeuren?
“Jazeker. En we moeten wel, willen we binnen anderhalve graad opwarming blijven van het klimaatakkoord. Natuurlijk kunnen we niet van de ene op de andere dag een bouwsector omgooien en moeten we het in stappen opbouwen. Met alle ontwikkelingen van de afgelopen 3 jaar, ben ik hoopvol gestemd. Ik zie nieuwe bouwpartijen ontstaan die zich totaal op hout en biobased richten, maar ook grote bestaande partijen als bijvoorbeeld BAM Wonen hebben de eerste stap in de transitie al gemaakt.
Om een eerlijk speelveld in de markt te creëren is het wel noodzakelijk dat er wetgeving komt voor CO2-uitstoot van gebouwen. Dit zou bijvoorbeeld kunnen met een normering die in de MPG toegevoegd kan worden. Ik schat in dat we in ca. 10-15 jaar de transitie kunnen maken. Nederland heeft het eerder gedaan met de invoering van de EPC in 1995. Door de eisen iedere paar jaar aan te scherpen is in 25 jaar tijd het doel bereikt om alle nieuwbouw energieneutraal te bouwen. Ik ben ervan overtuigd dat het nu sneller kan, het bewustzijn over de klimaatproblemen in de wereld is nu zoveel groter dan 25 jaar geleden. De noodzaak begint bij iedereen wel door te dringen.
Verder geloof ik in het ‘zien wonen, doet wonen’ principe. Ik merk het zelf aan hoe blij verrast de mensen zijn, die voor het eerst bij ons thuis komen. Iedereen voelt direct het comfort in huis, dat als een soort luxe wordt ervaren, als vakantie, rust.”
Dus hoe meer mensen in houtbouw wonen, des te meer mensen eromheen het gaan zien als een hele fijne optie.
"Duurzaam is niet goed genoeg om deze aarde leefbaar te houden."
“Ik denk dat we in de materiaaltransitie nog een stap verder moeten denken. Duurzaam is niet goed genoeg om deze aarde leefbaar te houden. Er is iets fundamenteels mis met het ‘gebruiken’ van materialen, ook al komen deze uit de natuur, ten behoeve van de mens. We moeten beseffen dat wij mensen onderdeel zijn van hetzelfde ecosysteem. Alleen een regeneratieve aanpak, waarbij we ook teruggeven aan de natuur gaat een wezenlijk verschil maken. In de houtbouw en bosbouw ligt een enorme potentie. Hoe kunnen we bossen niet alleen hout laten produceren, maar tegelijkertijd ook de biodiversiteit laten floreren?”
Lidewij Lenders, founder MAATworks Architecten.
Meer informatie? Klik op onderstaande bronvermelding(en) of stuur ons een mailtje.
© Foto header: Pictwist
© Foto houtbouw woning: Marcel van der Burg